‘Docent scheikunde’ zeg ik vanaf nu als iemand me vraagt wat voor werk ik doe. Dat is mijn nieuwe baan. En qua omschrijving ook een een duidelijke baan die mij een hoop onbegrijpelijke blikken scheelt.
Ik kreeg al niet echt vragen als ik zei dat ik ‘ad interim new business consultant’, ‘CRA’ of ‘recruitment consultant’ was. Slechts een wat wazige blik met een verlangen naar een ander gespreksonderwerp. Docent scheikunde is dus een stuk makkelijker en voor iedereen direct te begrijpen.
Dat ik daarnaast als freelance tekstschrijver en wetenschapsjournalist werk, vertel ik er niet altijd bij. Maar mocht het ter sprake komen, vul ik meteen aan dat ik artikelen over wetenschap en laboratoria schrijf. Als iemand dan nog steeds wazig naar me kijkt, ga ik een grotere stap terug door uit te leggen dat ik teksten over moeilijke dingen makkelijk opschrijf. Dan volgt vaak de Aha-Erlebnis (de ‘aha-ervaring’ is een situatie waarin een persoon plotseling een nieuw inzicht verkrijgt, red.).
Een duidelijke mening
Het valt mij op dat iedereen bij het horen van ‘docent scheikunde’ hier meteen een mening over heeft. Natuurlijk uit eigen ervaring, want iedereen heeft dit vak wel een keer gehad. Veel mensen die ik spreek vonden het verschrikkelijk/niet te snappen/ontzettend moeilijk. De practica waren vaak wel leuk/makkie/snapte er geen hol van/hilarisch. En meestal volgt er een anekdote over iets dat tijdens de les (met of zonder toedoen van de docent) mis ging. Daar heb ik er overigens zelf ook een paar van (hilarisch!).
Gelukkig zijn er ook altijd mensen die het vak wel leuk vonden. Ik denk toch zo’n 20%. Niet dat iedereen en masse scheikunde is gaan studeren zoals ik, maar vaak hebben zij wel ‘wat gehad’ aan deze basiscursus exact denken, molecuulformules opschrijven, reactiesnelheden berekenen en logisch redeneren.
Enthousiasme overbrengen
Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat men op zo’n moment over mij denkt. Misschien wel: ‘Hé, zij kan best goed communiceren voor een nerd’. Of: ‘Hé wat vreemd, ze draagt nu helemaal geen witte jas’. Of misschien wel: ‘Ach wat zielig dat ze les moet geven aan pubers’.
Wat het ook mag zijn, ik hoop dat ik een positieve draai kan geven aan het imago van de ‘nerdy-witte-jassen-dragende-semi-einsteins’. Ik hoop dat ik mijn enthousiasme voor scheikunde en alle toffe toepassingen hiervan kan overbrengen aan mijn pubers.
Dat ik af en toe een glimpje herkenning of begrip voorbij zie komen. Ze hoeven niet van hun stoel te vallen van blijdschap, maar ze moeten wel begrijpen dat de wereld niet zonder chemie kan. En of ze er dan hun vak van willen maken, tja, dat is aan henzelf. Ik doe dat in ieder geval wel!