Er was eergister paniek in huize Kirunda, want onze kat was weg. Nee, geen kat, ze is een kitten. Vijf maanden oud en een kleine terrorist-met-een-heel-snoezig-snuitje; ze jaagt graag op vliegen, voeten en ham. We hebben haar gekregen uit een nestje van mensen in het dorp. Wel zo leuk, want haar twee broertjes wonen nu ook nog in de buurt. Maar laat dat nou net verwarring geven.
Kom van dat dak af
Vanaf de middag was onze Lucky onvindbaar. Ze mag nog niet naar buiten, voordat ze geholpen is. Ik heb geen zin in een nestje met kittens. Dat valt niet mee, want ze klimt al behoorlijk goed en we hebben haar laatst al van het dak af moeten halen. En nu was ze er weer niet.
Natuurlijk keken we als eerste in de berging, want daar hebben we haar al eens gevonden. Daarna doorzochten we het huis, maar al gauw breidden we ons zoekgebied uit. Gelukkig kwam mijn vriend al snel met het goede nieuws dat hij haar gevonden had. Vlak bij haar oude huis. Logisch, een kleine kat loopt natuurlijk altijd naar haar geboortehuis terug. Hoe vaak hoor je dat wel niet. Eind goed, al goed.
Gevonden! Of niet…
Lucky was weer thuis. Hoera! Maar ze leek wel iets groter geworden. En waren haar ogen niet iets meer oranje? En waarom snuffelde ze eigenlijk overal aan, ze kent dit huis toch? Ze gaf wel kopjes, dus ons kende ze blijkbaar. Trouwens, een ze? Waarom had ‘ze’ opeens balletjes gekregen en was Lucky nu een hij?
Je raad het al, we hadden haar broertje Whopper gekatnapt! Als twee druppels water lijkt hij op zijn zusjeskat, alleen iets groter en ja, mannelijker… We hebben Whopper netjes thuisgebracht en even wat uitleg aan zijn baasjes gegeven. Neem van mij aan dat je je enorm lullig voelt dat je gewoon een kat hebt ontvreemd uit zijn eigen buurt. En onze Lucky was nog steeds zoek…
‘Platte kat’ trauma
Tegen de avond keken we toch ook maar op de weg. En in de sloten in de buurt. Alle buren waren inmiddels op de hoogte en leefden erg mee. Ik probeerde zelf de moed hoog te houden, maar zag het kleine beestje al ergens opgesloten in een paar dagen uithongeren. Mijn kinderen gingen ongerust – Jason zelfs huilend – naar bed, want wat als Lucky dood zou zijn? Zelf heb ik ook nog een trauma van onze ‘platte kat’ Minoes die na 35 jaar nog levendig in mijn brein aanwezig is.
Enfin, om 21:00 uur deed ik weer een ‘ronde’ en ik floot en riep me helemaal suf om dit beestje. Mijn andere kat kwam toen overigens keurig aangelopen. Maar zou dit dan toch een nachtje zonder Lucky worden? Vlak voor bedtijd ging ik nog een keer roepen. En ja, ik hoorde haar nu toch duidelijk miauwen. Mijn superheldengevoel kwam naar boven en ik dacht: ‘Lucky, waar je ook bent, ik kom je redden!’ Gespannen volgde ik het geluid. Steeds dichter naderde ik mijn eigen huis. Mijn achtertuintje. Mijn berging. En daar sprong ze uit!