‘Arachnofobie’, oftewel angst voor spinnen. Irrationeel wel te verstaan. Ik heb er last van en mijn jongste zoon Jason ook. Vroeger had ik er meer last van. Toen rende ik hard weg als er zo’n langpotige hooiwagen door de vouwwagen vloog. Of ik durfde niet naar het toilet als een simpele huisspin dit tot zijn (of haar?) territorium had gemaakt.
Spin op de trap
Ik heb door dit beestje een aantal mentale trauma’s opgelopen. Misschien moet ik eens EMDR overwegen voor die keer dat er een Heel Groot Zwart exemplaar op de trap zat en ik met mijn zus alleen in huis was. We waren denk ik een jaar of 13, 14 en onze ouders waren de hort op. Tegen bedtijd durfden we dus Echt die trap niet op. Bang voor wat? Dat de spin ons zou bespringen en opeten met zijn heimelijk verstopte, grote vlijmscherpe tanden?!? De buurman heeft ons uiteindelijk moeten redden. De held.
Of die keer dat het ons leuk leek om mee te doen aan een nachtelijke wandeltocht. Door de Surinaams jungle… Zelfs van het googlen van plaatjes van deze oerwoudexemplaren krijg ik nu alweer de kriebels. Mijn zusje vond daar zelfs nog een mooie vogelspin (kleintje hoor) in haar backpack.
Nuttige spin
Vergeleken met deze buitenlandse spinnenbeesten, zijn onze Nederlandse achtpotigen maar klein. Niet schattig. Wel klein(*). Alhoewel je nu in de herfst behoorlijk grote jongens (of meisjes?) in hun web tussen de struiken ziet hangen.
Natuurlijk heb ik stiekem ook wel respect voor deze beestjes. Want ze maken mooie, symmetrische webben van materiaal dat – naar gewicht – 5x sterker is dan staal. Spinnen zijn zelfs noodzakelijk om het milieu in balans te houden. Ze eten insecten en voorkomen schade aan planten. Aan de andere kant van de voedselketen zijn ze dan weer lekker voedsel voor bijvoorbeeld vogels en salamanders.
De allernuttigste eigenschap van de spin is dat mijn 7-jarige Jason erdoor is veranderd tot de meest galante jongen die ik ken. Hij loopt al een aantal dagen keurig achter me en laat me overal voorgaan. Netjes, hoor ik u denken. Goed opgevoede knul. Totdat u de ware reden kent. “Ga maar voor hoor mam, dan krijg jij tenminste de spinnenwebben in je gezicht”.
(*) Voor de natuurkundigen onder ons: natuurlijk niet zo klein als de atomaire spin.