Een zwart gat in het heelal is een gebied waar de zwaartekracht zo immens groot is dat het zelfs het licht opslokt. Ik vind dit moeilijk te bevatten, maar daarnaast superinteressant om over te lezen. Ik lees sowieso graag over alle ontdekkingen die wetenschappers doen. Of het nu gaat over chemie of over het heelal of over de kleinste kwantumdeeltjes die ze tot nu toe kennen. En nu heb ik ook iets ontdekt: ik vermoed dat er zwarte gaten zitten in de breintjes van mijn kinderen.
Het geluid verdwijnt
Ik stel deze zwarte gaten voor als minuscule, zwarte holtes die tussen de neuronen en de witte hersenstof zitten. En zij slokken niet het licht op, maar het geluid. Niet alles hoor, nee, alleen het geluid met een bepaalde frequentie (toonhoogte). Namelijk de frequentie van mijn stem.
Voor dit euvel heb ik al een keer met Evy bij de KNO arts in het ziekenhuis gezeten. Na wat oortests en een meewarige blik, kreeg ze de diagnose ‘gewone kleuter met een Oost-Indisch gehoor’ mee. En ik stilzwijgend de diagnose ‘overbezorgde moeder’. Toen had ik mijn theorie over die zwarte gaten al kunnen bedenken, maar nee, dat duurde nog even.
Als ik voor al die keren dat ik een vraag of opdracht aan een van mijn kinderen moet herhalen een euro kreeg, was ik nu multimiljonair. Want let wel, het gaat bij mij thuis in viervoud. Dus ook het luisteren – of beter gezegd – het gebrek daaraan. En dat is irritant en energievretend en zal nooit overgaan ben ik bang.
Selectief gehoor
Het is ook niet zo dat mijn kinderen nooit luisteren. Ze hebben gewoon een erg selectieve gehoorgang. Waar het woord ‘snoep’ meteen doorschiet naar de amygdala (een belangrijk onderdeel van het beloningscircuit van het brein) schiet het woord ‘opruimen’ linea recta een van die kleine, zwarte gaten in. De uitleg dat opruimen ook heel snel kan en dat spullen een vaste plek hebben, landt daar direct naast – in de event horizon – en wordt daarna alsnog door het zwarte gat verzwolgen.
Hersenen in ontwikkeling
Natuurlijk snap ik dat kinder-, tiener- en puberbreinen volop in ontwikkeling zijn. Vooral bij de kind- en puberfase van de hersenontwikkeling vindt daarbij een soort groeispurt plaats. Eerst worden er veel te veel hersencellen gemaakt, waarna er weer een groot deel wordt afgebroken. Het idee hierachter is dat zo alleen de nuttige verbindingen overblijven. En daar gaat het volgens mij mis. Het zou zo kunnen zijn dat er tijdens dat ‘snoeiproces’ teveel hersencellen worden afgebroken waardoor die kleine, zwarte breingaten ontstaan. Zal ik met deze theorie een Nobelprijs kunnen winnen?